De verzopen tropen
In het Costa Ricaanse regenwoud kan een flinke bui vallen. Het resultaat: een magistraal rimboetapijt vol knettergekke boomklevers. Verslag uit de verzopen tropen.
Gustavo Gutierrez krabt nog eens door zijn drijfnatte krullenbos. ‘Eeeuh… dit is geen rivier, chicos’, verontschuldigt de bioloog en junglegids, terwijl de toeristen in zijn kielzog verbouwereerd aanzien hoe het water tot boven de sokken stijgt. ‘Dit is het wandelpad.’
Vanuit het bladerdak laat een ara zijn sarcastische schaterlach neerzeilen. Ook de brulapen brullen het uit om dat stelletje doorweekte exoten onder hun felgekleurde Barbapapaponcho’s. 1-0 voor het regenwoud.
De reisgidsen hadden nog zo gewaarschuwd. Bezoek Costa Rica’s meest ondoordringbare wildernis bij voorkeur niet tussen mei en november of je mag de weergoden bij elke stap in de zompige modder op je blote knietjes danken dat je schoen überhaupt weer wordt uitgespuwd. Niet dat je buiten dit regenseizoen zondermeer veilig bent voor hun grillen trouwens. Als de Inuit er 22 woorden op nahouden voor sneeuw, hebben ze in Costa Rica recht op minstens 67 verwijzingen naar de talloze hemelse sprinklerstandjes.
Vervelend vinden de locals al dat plenzen, gieten en miezeren allerminst, bewijst Gustavo. Terwijl het kliekje buitenlanders bij elke plotselinge hoosbui nog een stukje dieper wegduikt onder de poncho’s, sjokt de trotse Tico (het nationale koosnaampje) met een brede glimlach door tot de regen weer even abrupt plaatsmaakt voor een zonnetje. Pura vida, je weet toch?
Het is de mentaliteit om de nattigheid te vergeten en je blik te richten op het adembenemende landschap waartoe al dat gedrup in de loop der eeuwen heeft geleid. Nevelbos, mangrove, zoetwatermoeras, regenwoud. Het pacifische pacifistenstaatje (een leger is sinds 1949 wettelijk verboden) heeft op de landengte tussen Noord- en Zuid-Amerika een hoogpolig tropentapijt uitgerold dat bijkans elke uithoek bedekt onder een magistrale laag groen.
‘s Lands allermooiste stukje rimboe is de 425 km² tellende wildernis op het zuidwestelijke Osa-schiereiland dat door National Geographic is bestempeld als het meest biologisch intense plekje op aarde. Een afgelegen jungle waar bomen als flatgebouwen zich met zee-egelschors beschermen tegen het grijpgrage wild (en de dito toeristen die de anderhalf uur durende boottocht hebben aangedurfd). Een dichtbegroeid land dat het ‘oer’ heeft teruggezet in het woord oerwoud. Corcovado.