CSI Nieuw-Vennep
Met forensisch onderzoeksbureau Verilabs bewijst oud-bankier Pim Volkers zich als commercieel bedrijf op de monopoliemarkt van staatslab NFI. In het spoor van exploderende knutselgeweren, onmogelijke bloedspetters en krankzinnige zelfmoorden. ‘Na autopsies slaap ik zelden lekker.’
Vrijmibo in een Alkmaars mortuarium. Pim Volkers (38) beantwoordt stoïcijns e-mails op zijn smartphone terwijl zakenpartner en forensisch patholoog Frank van de Goot (44), nippend aan een bekertje automaatkoffie, anekdotes oplepelt. ‘Er kwam eens een melding binnen dat een depressieve man met zijn hoofd op de treinrails lag. Die vent was echter gaan liggen op een rangeerterrein dat al twee decennia gesloten was. De politie rijdt erheen, maar wordt de laatste meters ineens ingehaald door een diesellocomotief. Dood door de eerste trein in 20 jaar!’
Glunderend: ‘Natuurlijk is het tragisch, maar probeer maar eens je gezicht in de plooi te houden. Echt, ik heb ruim 3.500 mensen op mijn tafel gehad, maar ze weten me nog wekelijks te verbazen.’
Volkers schudt het hoofd zonder op te kijken van zijn telefoon. Tien jaar terug sleet hij hedgefunds aan pensioenfondsen; nu staat hij met Van de Goot aan de sectietafel, faciliteert hij DNA-onderzoek en vliegt hij met geconfisqueerde Glockpistolen naar Engeland voor munitieanalyses.
‘De grote moordzaken zijn het spannendst, maar ik zit ook gewoon dagen enveloppen te likken achter mijn bureau’, relativeert Volkers eerder deze werkdag meteen. ‘Ik heb een groot netwerk van forensische deskundigen, maar ben zelf geen expert. Ik heb vooral een coördinerende rol en zet onderzoeksopdrachten uit die ik krijg van politie, justitie, gerechtshoven en advocaten.’
Het is de werkwijze die de afgestudeerde econoom voor ogen kreeg toen hij besefte nooit gelukkig te worden in het gejaagde bankierswereldje. Als ondernemer wilde hij de pijlen richten op een monopolie en die vond hij op de sporenmarkt waar 99 procent van de opdrachten als sinds 1945 wordt binnengeharkt door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI): het zwaar gesubsidieerde agentschap van het Ministerie van Justitie.
Volkers: ‘Ik heb monopolies altijd ongezond gevonden, maar wilde verder gewoon aan de goede kant van de streep staan. Boeven vangen klinkt zo dom, maar dat is wel wat me fascineerde: helpen misdaden op te lossen.’
De eerste stappen worden gezet als Volkers in 2001 intrekt bij DNA-lab BaseClear in Leiden en gaat pionieren met verwantschapstests voor particuliere klanten. In 2008 krijgt hij ook voet tussen de deur van de sporenmarkt als zijn Verilabs voldoet aan de loodzware accreditatie-eisen voor forensische laboratoria. Het Britse LGC Forensics klopt aan om de start-up te kopen, maar vliegt na vele kopjes thee terug als overzeese partner. De crime scenegrootmacht (dat onderzoek deed naar de Londense bomaanslagen, vergiftigde ex-KGB’er Litvinenko en dood van prinses Diana) geeft Volkers in één klap beschikking over 600 experts in handschriftanalyse, plantenkunde, spermakweekjes en alle tussenliggende vakgebieden.
‘Ineens kon ik hetzelfde dienstenpalet leveren als het NFI’, vertelt Volkers. ‘Maar mensen bij politie en justitie kenden Verilabs nog niet allemaal en dachten soms dat ik malle Eppie was. Toen ik voor het eerst met bewijsmateriaal naar Engeland wilde vliegen dacht de marechaussee ook: wie is die gozer? We zijn eerst maar eens goed gaan praten, want je legt een pistool of geamputeerd been niet even op de band voor de kofferscanner.’