'Een boek is pas het begin'
Fok de stoffige signeersessies en oubollige biblioborrels. Leve de mixtapes, literaire dildo's en gelikte crossoverfeestjes. Op ramkoers door boekenland met Lebowski-opperhoofd Oscar van Gelderen (47). 'Wat moet ik nog in de bibliotheek van Kudelstaart met twintig knikkenbollende bejaarden?'
‘Ik ga nu rappen’, legt rapper Boef voor de zekerheid nog maar eens uit aan de houthakkersbaardjes, honkbalpetjes en literaire groupies die deze woensdagavond de grote zaal van het Amsterdamse Pakhuis de Zwijger vullen. ‘Dat is ook een soort boek, maar dan op een beat. Dus vraag me niet of ik langzamer kan praten, want dan past het niet meer op het ritme, hè.’
Niet dat een bont avondje Lebowski voor het dito publiek nog uitleg behoeft. Rockveteraan Rick de Leeuw draagt een gedicht voor. Cabaretière Karin Bruers laat de lach door de zaal rollen. Zo Moeilijk en Boef rappen hun raps. Negen beamerschermen tonen de EK-wedstrijd Nederland-Duitsland. Rapper/schrijver/host Omar Dahmani presenteert het menu (‘Je kunt gratis Duitse shit eten, dus dat is master’) en de BN’ers (‘We hebben Arie Boomsma en Dennis Storm, dus dames: feast yourselves’). En o ja, er wordt ook nog een boek gepresenteerd.
Werkloze kraker
‘Naar zo’n Avond van het Boek op tv, voorafgaand aan de Boekenweek, kan ik gewoon niet met droge ogen kijken’, glimlacht Oscar van Gelderen eerder op de dag in the war room van uitgeverij Lebowski, op vier hoog aan de Amsterdamse Prins Hendrikkade. ‘Zulke evenementen zijn zo’n gigantische antireclame voor boeken. De volstrekte oubolligheid, het totale gebrek aan enige glamour; ik ben daarna weer een half jaar bezig om herstelwerkzaamheden te verrichten aan het stoffige imago van het boek.’
En dat terwijl het ook anders kan, wil Neerlands meest tegendraadse uitgever maar zeggen. ‘Dat sacrale, die deftigdoenerij, vind ik echt heel vervelend aan het literaire wereldje. Boeken zijn er niet per definitie om in je eentje met een moeilijk gezicht te lezen. Schrijven kan ook fun, sexy en entertainend zijn. En dat betekent echt niet dat het plat hoeft te worden. Andere uitgevers zeggen: Hij wil met zijn herrie verhullen dat het eigenlijk een kutboek is. Nee, het komt over als herrie omdat ik in een wereld van fluisteraars werk. Als je een goed boek hebt, moet je het van de daken willen schreeuwen.’
Begrijp hem niet verkeerd, relativeert hij, hij was vroeger zelf ook ‘een snob’. Als werkloze kraker jaste hij er in de jaren ‘80 zoveel Grote Schrijvers doorheen dat de dokter hem verbood om nog langer meer dan twee boeken per dag te verslinden. De verslaving bleef, maar werd getemd toen hij bevriend raakte met Michel Vassallucci: de extravagante, homoseksuele Fransman die met zijn uitgeverij De Woelrat succesvol knaagde aan alle heilige huisjes in literatuurland.
‘Michel genas me in één klap van mijn snobisme’, lacht Van Gelderen met een schuin oog naar de ingelijste portretfoto van zijn overleden inspiratiebron aan de wand. ‘Als hij moest kiezen tussen een pizza of een boek van Harry Mulisch koos hij voor het eerste, zei hij altijd. Of: ‘Waarom zou ik lezen, een slager staat toch ook niet de hele dag worst te vreten?’”
Provoceren. Pionieren. Zelfspot. Humor. De focus op jong talent. Het zijn de kernwaarden die twee decennia later ook onmiskenbaar in het Lebowski-fundament zijn opgezogen.
Van Gelderen: ‘Ik wil dat traditionele literaire systeem van binnenuit uithollen door kwaliteit te koppelen aan fun. Ik geef geen boeken uit om serieus genomen te worden; iedereen die je van de straat plukt kan morgen tien goede boeken inkopen uit Amerika. Maar een goed boek verkopen is een heel ander verhaal.’
Vla beft master
‘Daan, ik ben verliefd op je gezichtsbeharing… Vla beft master… Marijke, je haar is master. Zoveel volume. Hoe dan?...’ Terug in Pakhuis de Zwijger krabbelt woordvirtuoos James Worthy aan de lopende band boodschappen in de eerste exemplaren van zijn tweede boek Zwarte Sylvester (blurb: terminale tiener wordt meedogenloze moordmachine). ‘Het is maar goed dat ik zoveel ruk, want anders was mijn hand nog lammer dan ‘ie al is’, grijnst Worthy, terwijl de donkere dj-beats over de schijnbaar eindeloze rij fans voor zijn tafeltje stuiteren.
Dan serieuzer: ‘Als Lebowski me niet gewild had, zat ik nu waarschijnlijk een saaie signeersessie te doen bij Prometheus. Oscar is een held. Hij is zo scherp, baanbrekend en pienter dat hij zelfs van mij een megasucces kan maken. Fokking hel, ik heb nul vrienden maar de hele zaal zit vol.’
‘Als Oscar iets te gek vindt, zorgt hij er met zijn enthousiasme altijd voor om de mensen om hem heen mee te krijgen’, vult TopNotch-platenbaas Kees de Koning aan, terwijl hij voor de deur een sigaret opsteekt in het avondzonnetje. ‘Dat herken ik wel. Bovendien delen we literaire helden als de Rotterdamse hardcore dichter Vaandrager en hebben we beide een bedrijf wat creativiteit als grondstof vereist.’
De samenwerking die vorig jaar ontstond tussen Lebowski en TopNotch is dan ook zo vanzelfsprekend als Sinterklaasrijm op een Frans Bauer-cd, vinden beide roergangers. Samen werd er geld gestoken in roadmovie Rabat. Samen worden er regelmatig funky crossoverfeestjes georganiseerd. En samen brachten ze ook de boeken van James Worthy, Henk van Straten en (binnenkort) Omar Dahmani en Vaandrager.
‘Hiphoplabels in Amerika gaan, als ze bekend zijn, kleding en wodka uitbrengen, maar ik was benieuwd of het ook zou kunnen met boeken’, verklaart De Koning. ‘Ik wil het boekenvak niet onderschatten – niet iedereen kan zomaar even uitgevertje gaan spelen – maar dankzij Lebowski krijgen we een kans om mee te doen.’
Maar voegen de creatieve uitstapjes überhaupt wat toe of kan schoenmaker Van Gelderen niet beter bij zijn leest blijven?
‘Waarom zou ik alleen maar boeken mogen doen als er zoveel meer dingen zijn die ik mooi vindt?’, reageert hij. ‘Ik wil geen boeken of schrijvers uitgeven, maar de hele vibe die daar nog bovenhangt. Via TopNotch of Rabat komen er ook weer mensen met Worthy in aanraking die anders nooit bij hem terecht zouden zijn gekomen. Het kan gewoon niet zo zijn dat je Lebowski tof vindt, maar thuis naar Jantje Smit zit te luisteren.’
Broedplaats
Het is de dikke middelvinger naar de Hollandse hokjesgeest die ze ook regelmatig opsteken met het gezamenlijke Achievers on Stage: een serie zondagmiddagbijeenkomsten in Hotel V waar aanstormende schrijvers, dichters, rappers en muzikanten in blitzoptredens voordragen uit hun nieuwe werk. Het concept moet de ultieme roerbakmix worden van verschillende kunstvormen. Een broedplaats en podium voor al wat hip is.
‘Ik geloof heilig in het event, maar wat moet ik nog in de bibliotheek van Kudelstaart met twintig knikkenbollende bejaarden?’, vertelt Van Gelderen, onder een rij beschilderde locker doors van de Belgische street artist Roa aan zijn muur. ‘Bij alles wat ik doe zoek ik zoveel mogelijk naar een combinatie tussen boeken, muziek, film en kunst. Ik kan me dus heel goed voorstellen dat Kees en ik Achievers on Stage in de toekomst in galerieën gaan organiseren. De som der delen is zoveel groter. Als ik een boek over Banksy presenteer komt er tachtig man op af. Als ik een film over hem toon misschien honderd. Als ik zijn kunst exposeer tweehonderd. Maar gooi ik het allemaal op een hoop, dan staan er achthonderd man te drommen voor de deur.’
Het is dankzij dit gekras buiten de lijntjes dat juist Achievers is uitgegroeid tot het bekendste van de Lebowski-imprints. De geuzennaam is een knipoog naar de ‘Little Lebowski Urban Achievers’ uit cultfilm The Big Lebowski. Het zijn eigentijdse schrijvers die net als Van Gelderen verwachten dat het Oude Uitgeven zijn tijd heeft gehad. Jonge honden die de beren op de weg persoonlijk terug het bos in rammen.
‘Van Johan Fretz tot Nalden: mijn enige vuistregel is dat ik alleen maar samenwerk met schrijvers die ik aardig vind’, verklaart Van Gelderen. ‘Dat vind ik niet meer dan gezond. En zo kan het ook zijn dat er tussen die jonge honden ineens de stokoude Japanse dichteres Toyo Shibata zit die pas op haar 99e bij ons debuteerde. Dat vind ik ook een Achiever.’ Dan trots: ‘Ze is ook al aan haar zesde druk toe, hè.’
Pooier
Een voorzichtige zucht. ‘Een boek is voor mij pas het begin, maar de overgrote meerderheid van de uitgevers denkt dat ze klaar zijn met hun werk als het boek eenmaal in de winkel ligt. Het is allemaal masturbatie. Veel mensen zitten zichzelf binnen hun marmeren muren de hele dag af te trekken om wat voor geweldige cover ze nou weer hebben bedacht, maar het communiceert geen ene reet. Ik bedoel, je kunt de mooiste dingen maken, maar wat heb je er aan als niemand er kennis van neemt? Het beste boek is en blijft een verkocht boek.’
Daar ligt volgens hem dan ook de taak van iedere uitgever. ‘Je mag mijn boeken goed, matig of volkomen kut vinden, maar ik zorg er in ieder geval voor dat ze je aandacht krijgen.’
En aandacht genereren dat lukt van Gelderen met zijn onorthodoxe marketingacties al sinds hij zijn schrijvers in 1999 op de Frankfurter – gaaaaap – Buchmesse over een catwalk joeg. Hunter S. Thompson wordt geëerd met gratis glazen rum. James Worthy wordt gelanceerd met een social media-bombardement en een mixtape waarop een legertje TopNotch-rappers voorleest uit zijn debuut. Van Stratens Superlul wordt in beperkte oplage uitgebracht met een – jawel! – rubberen dildo. En het floppende Vissen veranderen van zwemrichting bij kou van Pierre Szalowski wordt onder een nieuwe titel Liefde is alles net zo makkelijk nogmaals de boekhandel in gepompt.
‘Ik wil gewoon knalcampagnes’, verklaart Van Gelderen bloedserieus. ‘Maar ik ga mijn mensen niet door hoepels laten springen of zo; het moet altijd iets zijn dat volledig past bij de schrijver. Bij Het Proces van de Eeuw van Christaan Alberdingk Thijm hebben we bijvoorbeeld sommatiebrieven naar boekhandels gestuurd uit naam van de hoofdpersoon (een jonge advocaat, red.).’ Lachend: ‘Hingen er ineens allemaal hyperventilerende boekhandelaren aan de lijn.’
Het zijn acties die hem onder vakgenoten naast de enkele loftrompet, ook veel kritiek opleveren. ‘Het opkloppen met andere dan literaire middelen is het maken van wind’, zei collega-uitgever Wouter van Oorschot vorig jaar nog in de Volkskrant rond de turbulente lancering van James Worthy. En: ‘Laat mij het vriendelijk zeggen: ik wil geen pooier zijn. Daar heeft de binnenstad er al genoeg van.’
Van Gelderen laat het koud als een Hollandse zomerdag. ‘Ik beschouw het souteneurschap als eerzaam beroep en deze kritiek komt bovendien van een man die pocht dat hij geen marketing en salesafdeling heeft. Ik bedoel het niet denigrerend, maar kan jij één serieus bedrijf opnoemen zonder marketing en salesafdeling?! Het slaat nergens op, maar marketing is voor veel uitgevers anno 2012 nog steeds een vreselijk smerig woord. Ze kijken er op neer. Een paar posters en een interviewtje aan de NRC kan er nog net van af, maar veel gekker moet het ook niet worden.’
Luie donders
Er staat een jongen achterin de zaal. Lang, twintiger, pontificaal in het gangpad, maar verder in geen enkel opzicht opvallend. Hoewel: terwijl de rest van het Pakhuis de Zwijger ontploft van woede nu Mario Gómez het Nederlands elftal naar een 0-2 achterstand schiet, staat de jongen inmiddels al anderhalve voetbalhelft diep weggedoken in zijn nieuwe Worthy. Af en toe glimlachend, heel soms even opkijkend, maar vooral: non-stop lezend. Een onneembaar eiland in een storm van samengeknepen bratwürste en choleraverwensingen aan de moeder van de Duitse spits.
‘Je hoort vaak dat de jongere generatie niet meer wil lezen, maar dat is volkomen gelul’, ziet Van Gelderen met een colaatje aan de bar. ‘Ze werden alleen nooit op de goede manier bediend. De meeste uitgevers zijn gewoon luie donders. Je kunt in crisistijden niet afwachten tot het publiek wel naar jou toekomt; je moet ze opzoeken, nieuwe dingen uitproberen, dwars door alle conventies heen. Je kunt thuis naar voetbal kijken of een cd opzetten, maar wat is er mooier dan samen naar het stadion of Paradiso te gaan? Zo kan het volgens mij ook met boeken.’
Een tevreden blik door de zaal. ‘Ja, volgens mij hebben we wel iets moois te pakken.’
KADER: LEBOWSKI EN DE CIJFERTJES
Sinds 2007 gaf uitgeverij Lebowski ruim 200 titels uit van zo’n 130 schrijvers (waaronder ook opvallend veel Revu-medewerkers als James Worthy, Henk van Straten, Jan-Cees Butter en – binnenkort – Saul van Stapele), vooral in de genres literaire fictie, true crime, verhalende non-fictie en urban culture. In 2011 werden er 50 titels uitgegeven, waarmee een omzet werd geboekt van 3 miljoen euro. De beste verkochte Lebowski-boeken van afgelopen jaar zijn Ik haal je op, ik neem je mee van Niccolò Ammaniti (250.000 verkochte exemplaren), Een rat in de val van de Waal & Baantjer (200.000) en Dave Eggers’ Wat is de Wat (100.000).
‘Maar ook als mijn schrijvers een keer een minder boek maken, geef ik ‘m uit’, verklaart Van Gelderen. ‘Ik zie onze verbintenis als een huwelijk, dus slechtere boeken zijn gewoon collateral damage. Zelfs als een schrijver met zijn verzamelde haiku’s zal komen aansloffen, zal ik ze uitgeven. Niet dat ik er blij mee ben natuurlijk, maar soit.’