In het hol van de draak
Blinkende Boeddha's, kermende karaoketijgers en stinkende slangensoep. Hongkong verzwelgt haar bezoekers met een verslavende overdosis aan prikkels. Het Chinese buitenbeentje in vijf zintuigen.
LUISTER
Yang Wei. Zang Jie. Liu Ming. De schaamteloosheid kent vanavond vele namen. Terwijl de marktmannen van Temple Street de langsschuifelende massa warm maken voor hun koopwaar (van tijgerbalsem tot piratenporno), grijpt dit kluitje uitgebluste zakenlieden even verderop zonder enig spoortje van gêne beurtelings de microfoon om de batterij weer op te laden met een hartstochtelijk potje openluchtkaraoke. De gammele toonladders en valse falsetto’s worden slechts geëvenaard door de hobbyzangers in de tuinstoelen van de buren. En van het stalletje daarnaast. En die daarnaast.
De kakofonie van Temple Street stijgt op vanonder provisorisch gespannen tentdoeken, maar het laat zich in Hongkong moeiteloos mengen met high tech karaokekastelen vol hypermoderne touchscreens. Hoe kan het ook anders in een metropool met twee gezichten? Neem nou het schiereiland Kowloon: hier vaak geportretteerd als de draak van Hongkong, en samen met Hong Kong Island – de parel die hij achterna zit – het hart van deze speciale administratieve regio van China. Het ene moment word je er nog opgeslokt door een Aziatisch doolhof vol dampende dumplingtoko’s, om je een paar passen later ineens in Manhattan te wanen en aan te schuiven bij ’s werelds enige McDonald’s met een eigen trouwmenu. De gemene deler: het rumoer is nooit ver weg. De laatste hoop om de trommelvliezen ook maar een beetje rust te gunnen ligt in de stads- en natuurparken die maar liefst zeventig procent van de kaart onder een dikke laag groen bedekken.
RUIK
Maar er zijn van die prikkels die zich niet laten beteugelen door een paar struiken meer of minder. De geur van wierook bijvoorbeeld. De handel in dit aromatische goedje drukte al eeuwen geleden zozeer zijn stempel op de stad dat Hongkong zelfs zijn naam dankt aan de Kantonese woorden voor ‘geurige haven’. Devote boeddhisten en taoïsten dragen hier nog dagelijks een vrachtlading wierookstokjes naar zo’n 600 tempels, waardoor er een plantage van 300.000 bomen nodig is om de vraag überhaupt bij te kunnen benen. Met het bijbehorende bouquet als logisch gevolg.
Het mooiste bedevaartsoord is misschien wel Man Fat Sze: een tempel op het toeristenluwe noorden van de drakenrug met meer Boeddhabeeldjes dan het distributiecentrum van de Xenos. Vanaf de entree van dit ‘Klooster van de Tienduizend Boeddha’s' (hint: die knuffelgrage imitatiemonnik is gewoon een bedelaar) krult een erehaag van honderden goudgeverfde Boeddha’s in vierhonderd treden omhoog naar de tempelhal. Eenmaal boven vind je niet alleen de rest van de verzameling (12.800 stuks, and counting), maar vooral een aantal vrome locals die de vlam zet in polsdikke wierookbundels om er vervolgens met gesloten ogen boven het hoofd mee in het rond te zwaaien.
Ook in het hartje van de stad is bij sommige tempels een waar rookgordijn opgetrokken. Zo is er de populaire Sik Sik Yuen Wong Tai Sin tempel: een taoïstische trekpleister waar grijze permanentjes en hippe jongeren bovendien zij aan zij neerploffen met bakjes vol ratelende bamboestokjes. Deze zogenaamde chim zijn genummerd en zouden zo ieders toekomst kunnen voorspellen. Hoe? Neem een levensvraag in het hoofd, kniel neer op de kussentjes, begin te schudden en kijk welk stokje als eerste valt. Voor de broodnodige duiding kunnen bezoekers vervolgens tegen een kleine vergoeding terecht bij een keur aan waarzeggers, zieners, handlezers, tarotleggers en andersoortige koffiedikkijkers die kantoor houden net buiten de tempelmuren.
‘Die stokjes zijn totale onzin’, klinkt een willekeurige waarzegger die om uitleg wordt gevraagd quasi-beledigd. ‘Bijgeloof! Maar dit… Dit is pure wetenschap.’ Het mannetje knikt trots richting het zoemende bakbeest op zijn bureau dat moet bewijzen dat de toekomst zich ook prima laat lezen op een prehistorische pc met Windows 95. Geboortegegevens worden ingevoerd, een dik pak Chinese leestekens uitgeprint en met chirurgische precisie worden de jaartallen aangestipt die in de toekomst fortuin zullen brengen.
‘Ja, je bent een schrijver!’, klinkt het opgewekt. ‘Heel slim. Maar om nóg slimmer te worden moet je in je kantoor een houten paard, een plant en een aquarium neerzetten. Feng shui, you know?’